
Hoe zouden wij graag wonen?
Woonvertogen in Vlaanderen tijdens de jaren zestig en zeventig
Els De Vos
Regular price
€34.90
(including 6% VAT)
Sale
Monograph - paperback
Fascinerend overzicht van noden en wensen bij het bouwen, inrichten en bewonen
De decennia 1960-70 vormen een scharniermoment in de geschiedenis van het wonen in Vlaanderen. De toename van de welvaart en de democratisering van het autobezit lagen aan de basis van een suburbanisatiegolf. Tegelijkertijd brachten deze evoluties nieuwe vraagstukken met zich mee. Een douche, auto of televisie kwamen binnen het handbereik van de brede middenklasse, maar hoe ging zij best om met die nieuwe technologieën en waar gaf men deze technologieën een plaats in het huis? Koos je voor traditioneel of modern?
In Hoe zouden we graag wonen? belicht Els De Vos de rol van socioculturele middenveldorganisaties die hun leden begeleidden bij het bouwen, inrichten en bewonen van hun huis. Enerzijds fungeerden ze als doorgeefluik tussen architecten, de overheid en bewoners, maar tevens drukten ze als zelfstandige partijen hun ideologische stempel op het wonen. Met de ontzuiling van de samenleving, de commercialisering van het wonen en de groeiende mondigheid van de burger kwam hun opvoedkundige taak echter algauw in het gedrang.
Op basis van rijk iconografisch, archivalisch en empirisch materiaal reconstrueert de auteur de geschiedenis van het wonen in Vlaanderen als een dynamisch proces tussen diverse actoren.Deze publicatie is GPRC-labeled (Guaranteed Peer-Reviewed Content).
Inhoudstafel
Lijst van afkortingen 14
1. "Hoe zouden we graag wonen?"
1.1 Woonadvies gevraagd
1.2 Antwoord van het architectuurdiscours?
1.3 Het middenveld als woonvoorlichter
1.4 Tijdschriften en huisbezoeken
1.5 Een wandeling doorheen het huis
2. De spelers: overheid, middenveld en bewoners
2.1 Een financieel en wettelijk kader
2.2 Relatieve toename van huiselijk comfort en techniek
2.3 De "vooruitstrevende woningpolitiek" van de socialisten
2.4 Een eengezinswoning met tuin bij de christelijke arbeidersbeweging
2.5 De geoliede machine van de Boerinnenbond en de Boerenbond
2.6 Het ontwaken van van de middenstand
2.7 Huisvesting voor de grote gezinnen
2.8 De NMKL, de transformator van het platteland
2.9 Het Nationaal Instituut voor de Huisvesting
2.10 Het Comité ter Bevordering van de Wooncultuur
2.11 Het Comité voor Hygiëne en Comfort
2.12 De opmars van de commerciële cultuur
2.13 Het middenveld en wooncultuur
Excursie 1: de ideeën-woning van KAV
1.1 Inspraak in huisvestingsmaatschappijen
1.2 Het ideeënhuis in een bel-etagewoning
1.3 "vast ontworpen door een man zonder huishouden"
1.4 Bemiddeling tussen de drie schaalniveau's
3. De keuken, het symbool van techniek en comfort
3.1 De democratisering van de uitgeruste keuken
3.2 Werkkeuken, eetkeuken of woonkeuken?
3.3 Woonkeuken rationeler dan werkkeuken
3.4 De keuken verloor haar monopolie
3.5 De keuken als inzet van ideologie
4. De woonkamer, de "ziel van het huis"
4.1 Werkbesparing door de komst van de centrale verwarming
4.2 De reorganisatie van de woonruimte
4.3 "Waarheen met de schouw?"
4.4 Terugkeer naar de open haard
4.5 Een nieuwkomer in het gezin: de televisie
4.6 Rivaliteit tussen haard en televisie
5. De natte cellen in evolutie
5.1 Een proper huis als opstap naar een gezond en gezellig familieleven
5.2 "Waar plaatsen wij de wasmachine?"
5.3 Het washuis
5.4 Een uitgeruste badkamer als hefboom voor een betere lichaamshygiëne
5.5 Toilettenkwestie
5.6 Verschuiving van hygiëne naar lichaamscultuur
6. Plaats maken voor de auto
6.1 De typologische evolutie van de garage
6.2 De auto als statussymbool
6.3 De garage als buffer?
6.4 Polyvalentie
6.5 Gendering en domesticatie van de garage
Excursie 2: de fermette, 't is alzo geen modehuis
2.1 De fermette, een meervoudige term
2.2 De fermette in de architectuurkritiek
2.3 Naar een meer klassieke vormgeving bij de Boerinnenbond
2.4 Een dubbele houding bij het overige zuilgebonden middenveld
2.5 De paradoxale kwaliteit van de fermette
7. Zo zouden we graag wonen
7.1 Comfort- en consumptiemodernisme naast een getemperd modernisme
7.2 Verbreden en tegelijk specialiseren
7.3 Vrouwenemancipatie met twee snelheden
7.4 Zo zouden we graag wonen
Eindnoten
Bibliografie
Mondelinge bronnen
Index van personen en bedrijven
Fotoverantwoording
Format: Monograph - paperback
Size: 240 × 160 × 20 mm
326 pages
ISBN: 9789058679086
Publication: March 06, 2012
Languages: Dutch; Flemish
Stock item number: 95522-143112
Els De Vos, burgerlijk ir.-architect (Universiteit Gent) en ruimtelijke planner (KU Leuven), is doctor in de ingenieurswetenschappen-architectuur (KU Leuven, 2008). Ze is hoofd onderzoek van Architectuurwetenschappen binnen de associatie Artesis-Universiteit Antwerpen.
Niet alleen door de afwisseling van het schriftelijke bronmateriaal met interviewcitaten, maar vooral door de levendige presentatie van het materiaal rond toentertijd veelbesproken thema's als de keuken, de woonkamer, de badkamer en de garage, is 'Hoe zouden we graag wonen?' zo'n bijzonder leesbare studie geworden. Het is een waardige sluitstuk van een groot interdisciplinair onderzoeksproject naar de geschiedenis van bouwen en wonen in Vlaanderen in de twintigste eeuw, dat al twee mooie studies heeft opgeleverd: de studie van Frédie Floré naar modelwoningen in de jaren vijftig en die van Sofie de Caigny naar wooncultuur in het interbellum.
Irene Cieraad, Technische Universiteit Delft, Faculteit Bouwkunde, TSEG — 9 [2012] 4
Het beschrijven van de ruimte van het dagelijkse leven en hoe deze wordt gebruikt, is niet gemakkelijk. Nochtans doet Els De Vos dit op een meesterlijke manier, waarbij ze niet zozeer focust op de sociopolitieke dimensie van de woning dan wel op de wooncultuur. [...] Met een trefzekere pen exploreert de tekst de afzonderlijke delen van de Belgische woning, een hoofdstuk voor elke besproken kamer, waarbij ook subtiel en zonder redundantie wordt verwezen naar hun onderlinge relatie. Twee excursies verlevendigen het geheel en bieden de gehaaste lezer twee frisse en opmerkelijke syntheses.
De uitvinding van het dagelijkse leven, Géry Leloutre, A+ 242, juni-juli 2013
'De onderzoeker [weet] de traditionele focus van het architectuurhistorische onderzoek te verbreden en de veranderende opvattingen en praktijken van architecten [...] in een bredere context te verklaren. Deze studie kan ook andere architectuurhistorici en sociaal/cultuurhistorici inspireren om de geschiedenis van het wonen in andere perioden en andere plaatsen op een bredere, meer complexe en tegelijkertijd systematische manier aan te pakken.' - Jan Hein Furnée