Lessen in goed wonen

Woonvoorlichting in België 1945-1958

Fredie Floré

Regular price €29.50 (including 6% VAT) Sale

Monograph - paperback

Lessen in goed wonen werpt een licht op een bijzondere vorm van woonadvies, eigen aan de naoorlogse periode in België. Het boek introduceert de lezer in een breed debat over zogenaamd ‘goed' of ‘beter' wonen. Een hele reeks geëngageerde gesprekspartners waren bij dit debat betrokken: overheidsinstellingen, architecten, designers, beroepsorganisaties, socioculturele verenigingen, producenten en bouwmaatschappijen. Talrijke tentoonstellingen, boeken, artikels, lezingen en lessenreeksen waren bedoeld om de bezoeker, lezer of toeschouwer te informeren en ‘op te voeden' inzake wooncultuur. Het naoorlogse debat over ‘goed wonen' was geworteld in het interbellum, maar kende een uitgesproken nieuwe dynamiek onder invloed van de politieke en maatschappelijke evoluties, de woningnood, de industrialisatie en de vernieuwingen in de bouwsector, het meubelbedrijf en de huishoudtechnologie. Het boek bespreekt de inhoud van de vernieuwde educatieve vertogen en in het bijzonder de hieraan gekoppelde ruimtelijke modellen voor de woning. Het laat ook zien hoe de woonvoorlichting omstreeks 1958 - het jaar van de wereldtentoonstelling in Brussel - onder toenemende druk kwam te staan.

INHOUDSTAFEL

Dank
Lijst van afkortingen

INLEIDING

I. GOED WONEN: THEMA IN DE MARGE VAN DE WEDEROPBOUW (1945-1948)

1. Het NIWHUIS. Woonmodellen als voorwerp van discussie
De Internationale Tentoonstelling van Woningen
De Belgische sectie van 'Urbanisme et Habitation'

2. Woningen voor oorlogsgetroffenen
Nationale bouwplaatsen onder Minister Terfve
Nationale bouwplaatsen onder Minister De Man

3. Mijnwerkerswoningen
Mijnwerkershuisvesting onder Minister Huysmans
Mijnwerkershuisvesting onder Minister Delattre

II. MEERSTEMMIGE WOONVOORLICHTING. VARIATIES OP 'DE GOEDE THUIS' (1949-1957)

4. Een nationaal huisvestingsbeleid
De modelplannen van de NMGWW en de NMKL
Het NIBH, een informatieknooppunt voor volkshuisvesting en volksmeubilair

5. De woonvoorlichting van de arbeidersbewegingen
Structurele organisatie van de woonvoorlichting
Ideologisch kader van de woonvoorlichting
Architecturale modellen voor de volkswoning
Een modern interieur voor een gelukkig gezin
De huisvrouw en de goede thuis
De arbeider en zijn woning
De woning, een gezinsproject?

6. De Boerinnenbond, de jaren vijftig en het landelijke wonen
Structurele organisatie van de woonvoorlichting
Ideologisch kader van de woonvoorlichting
Architecturale modellen voor de landelijke woning
Een goed interieur voor een betere landelijke wooncultuur
Landelijke meubelen
De Vlaamsche schouw
Landelijke modelhuizen

7. De beweging rond het moderne sociale meubel
Formes Nouvelles
Museum voor Sierkunst

III. GOED WONEN OP EEN KEERPUNT

8. Goed wonen op de Belgische Sectie van Expo 58
Voorstellingen van goed wonen en van de vooruitgang van de nationale wooncultuur
Het huis als tentoonstellingsformule

TOT SLOT: WOONVOORLICHTING EN WOONCONSUMPTIE

Eindnoten
Bibliografie
Personenindex

Format: Monograph - paperback

Size: 240 × 160 × 20 mm

317 pages

ISBN: 9789058677990

Publication: November 16, 2010

Languages: Dutch; Flemish

Stock item number: 59480

Fredie Floré is burgerlijk ingenieur-architect en doctor in de ingenieurswetenschappen: architectuur. Ze doceert architectuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit Amsterdam en is doctorassistent aan de Universiteit Gent, Vakgroep Architectuur en Stedenbouw.


Lessen in goed wonen beschrijft de episode van 1945 tot 1958 van de woonvoorlichting in België. Met de woonvoorlichting als invalshoek, vult architect en architectuurhistorica Fredie Floré het boek van historica Sofie De Caigny, qua periode en deskundigheid aan. [...] Floré wil met haar boek laten zien, welke architecturale en ruimtelijke vertaling de wooneducatieve programma's van levensbeschouwelijke en professionele woonorganisaties kregen.
E.M.L. Bervoets, Journal of Belgian History, XLIII, 2013, 2-3


 

De boeken 'Bouwen aan een nieuwe thuis' en 'Lessen in goed wonen' zijn geschreven met een vlotte pen en doen de grotendeels ongekende woonopvoedingsinitiatieven herleven.

De boeken zijn rijkelijk geïllustreerd met tekstondersteunende fotootjes en plannen. Voor de oudere generatie roepen de boeken heel wat herkenning en tegelijk ook verwondering op. Verwondering over al die initiatieven die toen bestonden, maar ook omdat het alledaagse wonen in Vlaanderen niet zo vrijblijvend was als men misschien wel dacht. De jonge generatie lezers zal vooral verbaasd zijn over hoe snel het wonen en het denken over wonen is veranderd.
Els De Vos, De Leeswolf 2011, nr 3