Van hof naar kapel

Franse air-de-courmelodieën in zeventiende-eeuwse liedboeken uit de Zuidelijke Nederlanden

Tine De Koninck

Regular price €65.00 (including 6% VAT) Sale

Monograph - hardback

Hoe air-de-courmelodieën aan populariteit wonnen in de Zuidelijke Nederlanden

Zeventiende-eeuwse geestelijke liedboeken uit de Zuidelijke Nederlanden bevatten opvallend veel liederen op air-de-courmelodieën. Om de katholieke bevolking het geloof te laten uitzingen, schreven geestelijken volgens het principe van de contrafactuur nieuwe liedteksten op airs de cour, contemporaine profane liederen gecomponeerd door roemrijke musici aan het Franse hof.

Dit boek legt een interessant spanningsveld bloot: enerzijds veroordeelde de Kerk de air de cour als profane modetrend in de muziek en anderzijds gebruikte ze die zelf wel voor eigen doeleinden. De auteur onderzoekt daarbij hoe het liedgenre onze gewesten bereikte en hoe de liederen aan populariteit wonnen en zich verspreidden in onze liedcultuur.

Deze publicatie is GPRC-labeled (Guaranteed Peer-Reviewed Content).

Woord vooraf

  1. Van hof naar kapel, een inleiding
    1.1 Aanleiding
    1.2 Liedboeken en contrafactuur
    1.3 Het corpus
    1.4 Opbouw van het boek

  2. Het katholieke liedboek in de zeventiende eeuw
    2.1 Inleiding
    2.1.1 Alsoo ’t begint, de bloeiperiode van het katholieke liedboek
    2.1.2 Liedboeken van allerlei pluimage
    2.1.3 Het repertoire van de liedboeken
    2.1.4 Functie en het publiek van katholieke liedboeken
    2.2 De invloed van het profane liedrepertoire in geestelijke liedboeken
    2.2.1 De paradox van wereldlijke melodieën in katholieke liedboeken
    2.2.2 Herkomst en evolutie van de wereldlijke melodieën
    2.2.3 Air-de-courmelodieën in katholieke liedboeken
    2.3 Het Franse profane lied in de Zuidelijke Nederlanden
    2.3.1 Airs de cour in wereldlijke liedboeken
    2.3.2 Airs de cour in het stedelijke muziekleven
    2.3.2.1 De beiaard
    2.3.2.2 Stadsmuzikanten
    2.3.3 Airs de cour in het amateurmuziekcircuit en de burgersalons
    2.3.3.1 Klavierhandschriften
    2.3.3.2 Luithandschriften
    2.3.3.3 Liedhandschriften en alba amicorum

  3. Het Parijse air-de-courrepertoire als muzikale bron
    3.1 De air de cour, definitie en ontstaan
    3.2 De evolutie van de air de cour *
    3.2.1 *Air de cour
    als ‘art courtois’ in de eerste helft van de zeventiende eeuw
    3.2.1.1 Polyfone airs de cour *
    3.2.1.2 Eenstemmige *airs de cour
    met luitbegeleiding
    3.2.1.3 Een- en tweestemmige airs de cour * 3.2.2 Chansons pour danser et pour boire
    3.3 Het belang van de drukkersfamilie Ballard
    3.4 Subgenres van de *air de cour
    in geestelijke liedboeken
    3.4.1 De pré-Guédrontijd
    3.4.2 De Guédrontijd
    3.4.3 Chansons pour danser en chansons pour boire

  4. Mediatoren in de transregionale transfer
    4.1 De rol van drukkers-boekhandelaars
    4.1.1 De positie van Ballard in Frankrijk
    4.1.2 De Kerkprovincie Kamerijk
    4.1.3 De Nederlandstalige steden in de Zuidelijke Nederlanden
    4.1.4 Transregionale transfer via drukkers-boekverkopers?
    4.2 Kloosterordes en de uitgave van Franstalige geestelijke liedboeken
    4.3 Airs de cour in en rond de Brusselse Coudenberg
    4.3.1 Muziekminnende aartshertogen
    4.3.2 Brussel, kruispunt voor internationale muzikale contacten
    4.3.3 Dans en theater in Brussel en aan het hof
    4.3.4 Een Frans getinte muzikale smaak van de stedelijke elite en burgerij

  5. De transfer van air-de-courmelodieën in geestelijke liedboeken
    5.1 Twee lieddichters met een exquise smaak voor *airs de cour *
    5.1.1 Guilielmus Bolognino, een Antwerpse parochiepriester
    5.1.2 Joannes Stalpart van der Wiele, pastoor in de Missio Hollandica
    5.2 Liedboeken uit het internationaal georiënteerde Brussel
    5.2.1 Peter de Vleeschoudere en de Brusselse wereldlijke lieddichters
    5.2.2 De Brusselse begijn J.G.
    5.2.3 Daniël Bellemans en Livinus vander Minnen
    5.3 Liedboeken voor geestelijke vrouwengemeenschappen
    5.3.1 Zuster M.V.P. (Maria Van Praet?) en Den vrolycken opganck
    5.3.2 Zuster Vanden Kerchove en een speelhof voor haar Gentse medezusters
    5.3.3 Joannes Mys en de Gentse begijnen
    5.3.4 Hermannus Harts en de Aarschotse begijnen
    5.4 Conclusie: air-de-courmelodieën in geestelijke liedboeken uit het Zuiden

  6. Adaptatieprocessen van airs de cour in geestelijke liedboeken
    6.1 Het contrafact en zijn wijsaanduidingen
    6.1.1 Een kritische benadering van het concept ‘contrafactuur’
    6.1.2 Meervoudige wijsaanduidingen
    6.1.3 Variaties in Franse wijsnamen en schrijfwijze
    6.2 Populariteit, evolutie en levensduur van air-de-courwijsaanduidingen
    6.2.1 Ketens van wijsaanduidingen
    6.2.2 Het verdringingsmechanisme bij Franse melodieën
    6.2.3 Melodieën voorbehouden voor de Zuid-Nederlandse markt
    6.3 Adaptaties van airs de cour in geestelijke contrafacten
    6.3.1 Tekstuele ontlening
    6.3.1.1 ‘Wereldlijke’ wijsaanduidingen boven geestelijke liederen
    6.3.1.2 Vergeestelijkingen van profane airs de cour * 6.3.2 Muzikale ontlening
    6.3.2.1 Adaptatie van de muzieknotatie van de *air de cour

    6.3.2.2 Contrafacten op air-de-courmelodieën zonder muzieknotatie

  7. Conclusie

Bijlage: Analyse Franse wijsaanduidingen uit het corpus
Samenvatting
Summary
Resumé
Bibliografie
Register

Format: Monograph - hardback

Size: 240 × 160 × 25 mm

430 pages

ISBN: 9789463886727

Publication: August 30, 2023

Series: KANTL - Studies op het gebied van de cultuur in de Nederlanden

Languages: Dutch; Flemish

Stock item number: 155371

Tine De Koninck is doctor in de Nederlandse letterkunde (vroegmoderne tijd) verbonden aan de Universiteit Antwerpen.

Met dit boek verkent Tine De Koninck voor het eerst de wegen waarlangs de 'airs de cour' de Zuidelijke Nederlanden bereikten. Ze gaat vervolgens na hoe dit frivole repertoire via de contrafactuur dienstbaar werd gemaakt aan vroomheid en geloof. Op een virtuoze wijze weet De Koninck literatuurwetenschap en musicologie met elkaar te combineren, en toch laat haar glasheldere betoog de lezer geen ogenblik in de steek.
Frank Willaert, Universiteit Antwerpen